Bent u van plan om te emigreren naar Portugal of heeft u daar al een woning gekocht? Dan wilt u vast weten hoe het zit met de belastingen in dat land. In dit artikel leggen we uit wat het belastingverdrag Nederland – Portugal inhoudt en waar u op moet letten als u inkomsten heeft uit beide landen. We geven ook enkele praktische voorbeelden om het verdrag beter te begrijpen.
Inhoud belastingverdrag Nederland – Portugal
Het belastingverdrag Nederland – Portugal is gesloten in 1999 en geldt sinds 2000. Het verdrag is gebaseerd op het modelverdrag van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), maar bevat ook enkele afwijkende bepalingen. Het verdrag regelt de verdeling van de heffingsrechten over verschillende soorten inkomsten, zoals:
- Winst uit onderneming
- Loon, salaris en pensioen
- Dividend, rente en royalty’s
- Inkomen uit onroerende zaken
- Vermogenswinsten
- Overige inkomsten
Voor elke soort inkomen gelden specifieke regels, die ik hieronder kort zullen toelichten.
Belastingverdrag Nederland – Portugal: Winst uit onderneming
Winst uit onderneming wordt in principe belast in het land waar de onderneming is gevestigd. Dit geldt zowel voor eenmanszaken als voor vennootschappen. Als een onderneming echter ook een vaste inrichting heeft in het andere land, bijvoorbeeld een filiaal, een kantoor of een fabriek, dan mag dat land ook belasting heffen over de winst die aan die vaste inrichting kan worden toegerekend. Een vaste inrichting is een vaste plaats van waaruit de onderneming (een deel van) haar activiteiten verricht.
Voorbeeld: Een Nederlandse BV heeft een dochteronderneming in Portugal, die een fabriek exploiteert. De winst van de dochteronderneming wordt belast in Portugal, omdat zij daar is gevestigd. De winst van de moedermaatschappij wordt belast in Nederland, omdat zij daar is gevestigd. Er is geen sprake van een vaste inrichting van de moedermaatschappij in Portugal, omdat zij geen vaste plaats heeft van waaruit zij haar activiteiten verricht.
Belastingverdrag Nederland – Portugal: Loon, salaris en pensioen
Loon, salaris en pensioen worden volgens het belastingverdrag Nederland – Portugal in principe belast in het land waar de werknemer of de pensioengerechtigde woont. Er zijn echter enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld:
- Als de werknemer tijdelijk in het andere land werkt (minder dan 183 dagen per jaar) en zijn loon wordt betaald door of namens een werkgever die niet in dat land is gevestigd, dan mag alleen het woonland belasting heffen.
- Als het pensioen wordt betaald door of namens een overheidsinstantie van het andere land, bijvoorbeeld als ambtenarenpensioen, dan mag alleen dat land belasting heffen.
- Als het pensioen wordt betaald door of namens een particuliere instantie van het andere land, bijvoorbeeld als werknemerspensioen, dan mag dat land ook belasting heffen, maar niet meer dan 10% van het brutobedrag.
Voorbeeld: Een Nederlandse gepensioneerde woont in Portugal en ontvangt een AOW-uitkering uit Nederland. Deze uitkering wordt belast in Portugal, omdat hij daar woont. Nederland mag geen loonheffing inhouden op deze uitkering, omdat
het AOW-pensioen wordt betaald door een overheidsinstantie van Nederland.
Belastingverdrag Nederland – Portugal: Dividend, rente en royalty’s
Dividend, rente en royalty’s worden volgens het belastingverdrag Nederland – Portugal in beginsel belast in het land waar de ontvanger woont. Het land waar de betaler woont, mag echter ook een bronbelasting heffen, maar deze mag niet hoger zijn dan een bepaald percentage. Dit percentage verschilt per soort inkomen en per situatie. Het verdrag bevat de volgende regels:
- Dividend: Het bronland mag maximaal 10% bronbelasting heffen, tenzij de ontvanger een vennootschap is die ten minste 25% van het kapitaal van de betalende vennootschap bezit. In dat geval mag het bronland maximaal 5% bronbelasting heffen.
- Rente: Het bronland mag maximaal 10% bronbelasting heffen, tenzij de rente wordt betaald aan een overheidsinstantie of een bank van het woonland. In dat geval mag het bronland geen bronbelasting heffen.
- Royalty’s: Het bronland mag maximaal 10% bronbelasting heffen, tenzij de royalty’s worden betaald voor het gebruik van of het recht op het gebruik van industriële, commerciële of wetenschappelijke apparatuur. In dat geval mag het bronland geen bronbelasting heffen.
Voorbeeld: Een Portugese vennootschap betaalt dividend aan een Nederlandse vennootschap die 30% van haar aandelen bezit. Portugal mag maximaal 5% bronbelasting heffen over dit dividend. Nederland mag ook belasting heffen over dit dividend, maar moet rekening houden met de Portugese bronbelasting door deze te verrekenen of vrij te stellen.
Belastingverdrag Nederland – Portugal: Inkomen uit onroerende zaken
Inkomen uit onroerende zaken wordt volgens het belastingverdrag Nederland – Portugal belast in het land waar de onroerende zaak is gelegen. Dit geldt zowel voor huurinkomsten als voor verkoopwinsten. Een onroerende zaak is een stuk grond of een gebouw dat daarop staat. Ook rechten die betrekking hebben op onroerende zaken, zoals erfpacht of hypotheek, worden als onroerende zaken beschouwd.
Voorbeeld: Een Nederlander bezit een vakantiewoning in Portugal en verhuurt deze af en toe aan toeristen. De huurinkomsten worden belast in Portugal, omdat de woning daar is gelegen. Nederland mag geen belasting heffen over deze inkomsten, omdat zij geen betrekking hebben op een Nederlandse onroerende zaak.
Belastingverdrag Nederland – Portugal: Vermogenswinsten
Vermogenswinsten zijn winsten die worden behaald bij de verkoop of vervreemding van vermogensbestanddelen, zoals aandelen, obligaties, kunstwerken of sieraden. Vermogenswinsten worden in principe belast in het land waar de verkoper woont. Er zijn echter enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld:
- Als de vermogenswinst wordt behaald bij de verkoop of vervreemding van een onroerende zaak of een recht dat betrekking heeft op een onroerende zaak, dan wordt deze belast in het land waar de onroerende zaak is gelegen.
- Als de vermogenswinst wordt behaald bij de verkoop of vervreemding van aandelen of andere rechten in een vennootschap die voor meer dan 50% bestaat uit onroerende zaken die zijn gelegen in het andere land, dan wordt deze belast in dat land.
- Als de vermogenswinst wordt behaald bij de verkoop of vervreemding van aandelen of andere rechten in een vennootschap die is gevestigd in het andere land en waarin de verkoper direct of indirect een belang heeft van ten minste 25%, dan wordt deze belast in dat land.
Voorbeeld: Een Portugees verkoopt zijn aandelen in een Nederlandse BV die voor 60% bestaat uit onroerende zaken die zijn gelegen in Nederland. De vermogenswinst wordt belast in Nederland, omdat de BV voor meer dan 50% bestaat uit Nederlandse onroerende zaken. Portugal mag ook belasting heffen over deze vermogenswinst, maar moet rekening houden met de Nederlandse belasting door deze te verkennen of vrij te stellen.
Overige inkomsten
Overige inkomsten zijn inkomsten die niet onder een van de bovengenoemde categorieën vallen, zoals alimentatie, studiebeurzen, prijzen of subsidies. Overige inkomsten worden belast in het land waar de ontvanger woont, tenzij ze worden betaald door of namens een overheidsinstantie van het andere land. In dat geval mag dat land ook belasting heffen.
Voorbeeld: Een Nederlander ontvangt een studiebeurs van de Portugese overheid om een masteropleiding te volgen in Portugal. De studiebeurs wordt belast in Portugal, omdat deze wordt betaald door een overheidsinstantie van Portugal. Nederland mag geen belasting heffen over deze studiebeurs, omdat deze geen betrekking heeft op een Nederlandse bron.
Hoe voorkomt u dubbele belasting?
Als u inkomsten heeft uit beide landen, kunt u te maken krijgen met dubbele belasting. Om dat te voorkomen, moet u rekening houden met de regels van het belastingverdrag en met de nationale wetgeving van beide landen. U moet ook aangifte doen in beide landen en eventueel bewijsstukken overleggen om uw situatie te onderbouwen.
Er zijn twee manieren om dubbele belasting te voorkomen: verrekening of vrijstelling. Verrekening houdt in dat u de belasting die u in het ene land heeft betaald, mag aftrekken van de belasting die u in het andere land moet betalen. Vrijstelling houdt in dat u geen belasting hoeft te betalen in het ene land over de inkomsten waarover u al belasting heeft betaald in het andere land.
Het verdrag bepaalt welke methode moet worden toegepast voor elke soort inkomen. In het algemeen geldt dat het woonland de verrekeningsmethode moet toepassen en het bronland de vrijstellingsmethode. Er zijn echter enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld:
- Het woonland mag de vrijstellingsmethode toepassen voor winst uit onderneming die wordt toegerekend aan een vaste inrichting in het bronland.
- Het woonland mag de verrekeningsmethode toepassen voor dividend, rente en royalty’s die worden betaald door een vennootschap die is gevestigd in het bronland en waarin de ontvanger een belang heeft van ten minste 10%.
- Het bronland mag de verrekeningsmethode toepassen voor pensioen dat wordt betaald door of namens een particuliere instantie van het woonland.
Voorbeeld: Een Portugees ontvangt rente uit Nederland over een lening die hij heeft verstrekt aan een Nederlandse vennootschap waarin hij een belang heeft van 15%. Nederland mag maximaal 10% bronbelasting heffen over deze rente. Portugal mag ook belasting heffen over deze rente, maar moet rekening houden met de Nederlandse bronbelasting door deze te verrekenen met de Portugese belasting.
Conclusie
Het belastingverdrag Nederland – Portugal is een complexe materie die veel aandacht vereist als u inkomsten heeft uit beide landen. Het is daarom raadzaam om u goed te laten informeren en adviseren door een deskundige op dit gebied. Zo kunt u optimaal gebruik maken van de voordelen van het verdrag en eventuele problemen voorkomen.