U bent waarschijnlijk geïnteresseerd in het belastingverdrag Nederland – Spanje. Misschien woont u in een van deze landen, of heeft u er inkomen of vermogen. In dat geval wilt u weten hoe u belasting moet betalen en hoe u dubbele belasting kunt voorkomen. In dit artikel leg ik u uit wat het belastingverdrag inhoudt, welke belastingen het betreft, en welke regels er gelden voor verschillende soorten inkomsten en vermogen. Ook geef ik u enkele praktische voorbeelden om het verdrag beter te begrijpen.
Inhoud belastingverdrag belastingverdrag Nederland – Spanje
Nederland en Spanje hebben al sinds 1971 een belastingverdrag met elkaar. Dit verdrag is van toepassing op personen die inwoner zijn van een van de landen, of van beide landen. Het verdrag is ook van toepassing op alle belastingen naar het inkomen en naar het vermogen die worden geheven door de landen zelf, of door hun staatkundige onderdelen of plaatselijke publiekrechtelijke lichamen.
De belangrijkste belastingen waarop het verdrag van toepassing is, zijn:
- voor Nederland: de inkomstenbelasting, de loonbelasting, de vennootschapsbelasting, de dividendbelasting, en de vermogensbelasting;
- voor Spanje: el Impuesto General sobre la Renta de las personas físicas (de algemene inkomstenbelasting voor natuurlijke personen), el Impuesto General sobre la Renta de Sociedades y demás entidades juridicas (de algemene vennootschapsbelasting voor rechtspersonen), el Impuesto sobre el Patrimonio (de vermogensbelasting), el Impuesto sobre Sucesiones y Donaciones (de successie- en schenkingsbelasting), en el Impuesto sobre Transmisiones Patrimoniales y Actos Jurídicos Documentados (de overdrachtsbelasting en de zegelbelasting).
Werking belastingverdrag Nederland – Spanje
Het belastingverdrag tussen Nederland en Spanje verdeelt het heffingsrecht over verschillende soorten inkomsten en vermogen. Het heffingsrecht kan exclusief zijn, wat betekent dat alleen één land mag heffen, of gedeeld zijn, wat betekent dat beide landen mogen heffen maar onder bepaalde voorwaarden. Het verdrag bevat ook regels om te bepalen in welk land iemand inwoner is voor fiscale doeleinden.
Hieronder zal ik de belangrijkste regels van het verdrag bespreken voor verschillende categorieën van inkomsten en vermogen. Ik zal ook enkele voorbeelden geven om de regels te illustreren.
Belastingverdrag Nederland – Spanje: Inkomsten uit onroerende zaken
Inkomsten uit onroerende zaken zijn bijvoorbeeld huurinkomsten of winsten uit de verkoop van een huis of een stuk grond. Volgens het belastingverdrag Nederland – Spanje mogen deze inkomsten worden belast in het land waar de onroerende zaak is gelegen. Dit geldt ook als de onroerende zaak wordt gehouden via een rechtspersoon of een andere entiteit.
Voorbeeld: Jan woont in Nederland en heeft een vakantiehuis in Spanje. Hij verhuurt dit huis af en toe aan toeristen. De huurinkomsten die hij ontvangt zijn belastbaar in Spanje, omdat de onroerende zaak daar is gelegen. Jan moet dus
aangifte doen in Spanje en daar belasting betalen over zijn huurinkomsten. In Nederland hoeft hij deze inkomsten niet aan te geven, omdat hij voorkoming van dubbele belasting kan claimen.
Loon & Pensioen
Inkomsten uit dienstbetrekking zijn bijvoorbeeld salarissen, lonen, bonussen, pensioenen, of sociale zekerheidsuitkeringen. Volgens het belastingverdrag Nederland – Spanje zijn deze inkomsten in principe belastbaar in het land waar de werknemer woont. Er zijn echter enkele uitzonderingen:
- Als de werknemer in het andere land werkt voor een werkgever die daar is gevestigd of een vaste inrichting heeft, dan mogen de inkomsten worden belast in dat land. Dit geldt niet als de werknemer daar minder dan 183 dagen per jaar verblijft en de beloning niet wordt betaald door of namens de werkgever of de vaste inrichting.
- Als de werknemer werkt aan boord van een schip of een luchtvaartuig dat wordt geëxploiteerd door een onderneming die inwoner is van een van de landen, dan mogen de inkomsten worden belast in dat land.
- Als de werknemer een overheidsfunctie uitoefent voor een van de landen of een staatkundig onderdeel of plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, dan mogen de inkomsten worden belast in dat land. Dit geldt niet als de werknemer alleen een ondergeschikte of hulpendienst verricht.
- Als de (oud)werknemer een pensioen of een andere soortgelijke uitkering ontvangt van een van de landen of een staatkundig onderdeel of plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, dan mogen de inkomsten worden belast in dat land. Dit geldt ook als de werknemer een pensioen of een andere soortgelijke uitkering ontvangt van een socialezekerheidsstelsel van een van de landen.
Voorbeeld: Lisa woont in Spanje en werkt voor een Nederlands bedrijf. Zij reist regelmatig naar Nederland voor haar werk. Zij verblijft daar meer dan 183 dagen per jaar. Haar salaris wordt betaald door het Nederlandse bedrijf. Haar inkomsten uit dienstbetrekking zijn belastbaar in Nederland, omdat zij daar werkt voor een werkgever die daar is gevestigd. Zij moet dus aangifte doen in Nederland en daar belasting betalen over haar salaris. In Spanje hoeft zij deze inkomsten niet aan te geven, omdat zij voorkoming van dubbele belasting kan claimen.
Inkomsten uit onderneming
Inkomsten uit onderneming zijn bijvoorbeeld winsten uit een eigen bedrijf, een maatschap, of een vennootschap onder firma. Volgens het belastingverdrag Nederland – Spanje zijn deze inkomsten in principe belastbaar in het land waar de ondernemer woont. Er zijn echter enkele uitzonderingen:
- Als de ondernemer zijn bedrijfsactiviteiten uitoefent via een vaste inrichting in het andere land, dan mogen de winsten die aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend worden belast in dat land. Een vaste inrichting is bijvoorbeeld een filiaal, een kantoor, een fabriek, of een werkplaats.
- Als de ondernemer zich bezighoudt met het bouwen, installeren, monteren, repareren, onderhouden, of exploiteren van onroerende zaken of werken die daarmee verband houden in het andere land, dan mogen de winsten die daarmee worden behaald worden belast in dat land. Dit geldt alleen als deze activiteiten langer dan zes maanden duren.
- Als de ondernemer zich bezighoudt met het verlenen van diensten op het gebied van advies, techniek, management, wetenschap, kunst, sport, amusement, of onderwijs in het andere land, dan mogen de winsten die daarmee worden behaald worden belast
in dat land. Dit geldt alleen als deze diensten worden verleend door de ondernemer zelf of door zijn personeel, en als deze diensten langer dan zes maanden duren.
Voorbeeld: Mark woont in Nederland en heeft een eigen adviesbureau. Hij krijgt een opdracht van een Spaans bedrijf om een jaar lang advies te geven over een project in Spanje. Hij reist regelmatig naar Spanje om zijn diensten te verlenen. Zijn winsten uit onderneming zijn belastbaar in Spanje, omdat hij daar diensten verleent die langer dan zes maanden duren. Hij moet dus aangifte doen in Spanje en daar belasting betalen over zijn winsten. In Nederland hoeft hij deze inkomsten niet aan te geven, omdat hij voorkoming van dubbele belasting kan claimen.
Belastingverdrag Nederland – Spanje: Dividenden, rente, en royalty’s
Dividenden, rente, en royalty’s zijn bijvoorbeeld inkomsten uit aandelen, obligaties, leningen, of intellectuele eigendomsrechten. Volgens belastingverdrag Nederland – Spanje mogen deze inkomsten worden belast in het land waar de ontvanger woont. Het land waar de betaler woont mag echter ook een bronbelasting heffen, maar deze mag niet hoger zijn dan:
- 15% voor dividenden;
- 10% voor rente;
- 10% voor royalty’s.
Er zijn echter enkele situaties waarin de bronbelasting lager is of helemaal niet wordt geheven:
- Als de ontvanger van de dividenden een rechtspersoon is die ten minste 25% van het kapitaal van de betaler bezit, dan is de bronbelasting 5%.
- Als de ontvanger van de rente een bank of een andere financiële instelling is die onafhankelijk is van de betaler, dan is er geen bronbelasting.
- Als de ontvanger van de royalty’s een rechtspersoon is die ten minste 25% van het kapitaal van de betaler bezit, of als de royalty’s betrekking hebben op literaire, artistieke, of wetenschappelijke werken, dan is er geen bronbelasting.
Voorbeeld: Anna woont in Spanje en heeft aandelen in een Nederlands bedrijf. Zij ontvangt elk jaar dividend van dit bedrijf. Het dividend is belastbaar in Spanje, omdat zij daar woont. Nederland mag echter ook een bronbelasting heffen van maximaal 15% over het dividend. Als Anna minder dan 25% van het kapitaal van het bedrijf bezit, dan moet zij deze bronbelasting betalen. In Spanje kan zij dan een vermindering krijgen voor de betaalde bronbelasting. Als Anna meer dan 25% van het kapitaal van het bedrijf bezit, dan is de bronbelasting slechts 5%.
Vermogen
Vermogen is bijvoorbeeld bezit van onroerende zaken, aandelen, obligaties, banktegoeden, of andere roerende zaken. Volgens het verdrag is het vermogen in principe belastbaar in het land waar de eigenaar woont. Er zijn echter enkele uitzonderingen:
- Het vermogen dat bestaat uit onroerende zaken of rechten daarop, of uit roerende zaken die deel uitmaken van een ondernemingsvermogen of een vaste inrichting, mag worden belast in het land waar deze zaken zijn gelegen of waar de onderneming of de vaste inrichting is gevestigd.
- Het vermogen dat bestaat uit aandelen of andere rechten in een rechtspersoon of een andere entiteit waarvan meer dan 50% van de waarde direct of indirect wordt bepaald door onroerende zaken die in een van de landen zijn gelegen, mag worden belast in dat land.
- Het vermogen dat bestaat uit schulden die zijn ontstaan door het verlenen van bijstand door een van de landen of een staatkundig onderdeel of plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, mag worden belast in dat land.
Voorbeeld: Pieter woont in Nederland en heeft een bankrekening in Spanje. Hij heeft ook een appartement in Spanje dat hij verhuurt. Zijn vermogen is belastbaar in Nederland, omdat hij daar woont. Spanje mag echter ook belasting heffen over zijn appartement, omdat dit een onroerende zaak is die daar is gelegen. Spanje mag geen belasting heffen over zijn bankrekening, omdat dit een roerende zaak is die niet deel uitmaakt van een ondernemingsvermogen of een vaste inrichting. Pieter moet dus aangifte doen in Nederland en daar belasting betalen over zijn hele vermogen. In Nederland kan hij dan een vermindering krijgen voor de betaalde belasting over zijn appartement in Spanje.
Hoe kunt u dubbele belasting voorkomen?
Zoals u heeft gezien, kan het voorkomen dat u over dezelfde inkomsten of vermogen twee keer belasting moet betalen: een keer in het land waar u woont, en een keer in het land waar u het inkomen of vermogen heeft. Dat is natuurlijk niet wenselijk, en daarom biedt het verdrag u mogelijkheden om dubbele belasting te voorkomen.
Er zijn twee manieren om dubbele belasting te voorkomen:
- Vrijstelling: dit betekent dat u geen belasting hoeft te betalen in het land waar u woont over de inkomsten of vermogen waarover u al belasting heeft betaald in het andere land. U moet dan wel kunnen aantonen dat u daadwerkelijk belasting heeft betaald in het andere land.
- Verrekening: dit betekent dat u de belasting die u heeft betaald in het andere land mag aftrekken van de belasting die u moet betalen in het land waar u woont over dezelfde inkomsten of vermogen. U moet dan wel kunnen aantonen dat u daadwerkelijk belasting heeft betaald in het andere land.
Welke methode van toepassing is, hangt af van het soort inkomen of vermogen en van de wetgeving van het land waar u woont. U kunt hierover meer informatie vinden op de websites van de Belastingdienst en de Agencia Tributaria. U kunt ook contact opnemen met een fiscaal adviseur als u hulp nodig heeft bij uw aangifte.
Conclusie
Het belastingverdrag Nederland – Spanje is bedoeld om dubbele belasting te vermijden en om fiscale samenwerking te bevorderen. Het verdrag bevat regels om te bepalen welk land het recht heeft om belasting te heffen over verschillende soorten inkomsten en vermogen, en hoeveel belasting dat mag zijn. Het verdrag biedt ook mogelijkheden om dubbele belasting te voorkomen door middel van vrijstelling of verrekening.