De box 3-heffing is al jaren een bron van kritiek en onvrede. Veel belastingplichtigen vinden dat zij te veel belasting betalen over hun vermogen, omdat de wet uitgaat van een forfaitair rendement dat niet overeenkomt met het werkelijke rendement. Bovendien worden sommige vermogensbestanddelen, zoals spaargeld, anders behandeld dan andere, zoals beleggingen. Dit leidt tot ongelijke en onredelijke belastingheffing. De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 geoordeeld dat de box 3-heffing in de jaren 2017 en 2018 in strijd was met het internationale recht, omdat het een onevenredige inbreuk maakte op het eigendomsrecht van de belastingplichtigen. De wetgever moest daarom met een oplossing komen om de gedupeerden te compenseren en de wet aan te passen. Dit heeft geleid tot de invoering van de herstelwet box 3.
In dit artikel bespreken we de herstelwet box 3, die eind 2021 is aangenomen en met terugwerkende kracht geldt voor de jaren 2017 tot en met 2022. We gaan in op de inhoud en de gevolgen van deze wet, en op de kritiek die er nog steeds op bestaat. Ook besteden we aandacht aan de conclusie van advocaat-generaal Wattel, die onlangs heeft geadviseerd dat de herstelwet box 3 nog steeds in strijd is met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht.
Wat houdt de herstelwet box 3 in?
De herstelwet box 3 is bedoeld om recht te doen aan de uitspraak van de Hoge Raad uit 2021, die bekend staat als het Kerstarrest. In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat de box 3-heffing in 2017 en 2018 een buitensporige last vormde voor belastingplichtigen die een laag of negatief rendement behaalden op hun vermogen, terwijl zij wel werden belast naar een forfaitair rendement van respectievelijk 4% en 5,38%. Dit was volgens de Hoge Raad in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op ongestoord genot van eigendom beschermt.
De herstelwet box 3 beoogt om deze schending te repareren door twee maatregelen te treffen:
- Een verhoging van het heffingvrije vermogen naar €50.000 per persoon (€100.000 voor fiscale partners). Dit betekent dat belastingplichtigen met een vermogen tot €50.000 geen box 3-belasting hoeven te betalen over hun vermogen.
- Een verlaging van het forfaitaire rendement voor spaargeld van 1,63% naar 0,35%. Dit betekent dat belastingplichtigen met spaargeld minder belasting betalen over hun spaargeld.
Deze maatregelen gelden met terugwerkende kracht voor de jaren 2017 tot en met 2022. De Belastingdienst zal de te veel betaalde belasting automatisch terugbetalen aan de belastingplichtigen die daarvoor in aanmerking komen.
Wat zijn de gevolgen van de herstelwet box 3?
De herstelwet box 3 heeft verschillende gevolgen voor verschillende groepen belastingplichtigen:
- Voor belastingplichtigen met een vermogen tot €50.000 (of €100.000 voor fiscale partners) betekent de herstelwet box 3 dat zij geen box 3-belasting meer hoeven te betalen over hun vermogen. Zij krijgen dus al hun betaalde belasting terug over de jaren 2017 tot en met 2022.
- Voor belastingplichtigen met een vermogen boven €50.000 (of €100.000 voor fiscale partners), waarvan een deel bestaat uit spaargeld, betekent de herstelwet box 3 dat zij minder box 3-belasting hoeven te betalen over hun spaargeld. Zij krijgen dus een deel van hun betaalde belasting terug over de jaren 2017 tot en met 2022.
- Voor belastingplichtigen met een vermogen boven €50.000 (of €100.000 voor fiscale partners), waarvan geen of een klein deel bestaat uit spaargeld, betekent de herstelwet box 3 dat zij geen of weinig voordeel hebben van de wet. Zij krijgen dus geen of weinig belasting terug over de jaren 2017 tot en met 2022.
De herstelwet box 3 heeft ook gevolgen voor de schatkist. Volgens de ramingen van het ministerie van Financiën kost de wet ongeveer €1,4 miljard aan gederfde belastinginkomsten. Dit bedrag wordt gefinancierd uit de algemene middelen.
Wat is de kritiek op de herstelwet box 3?
De herstelwet box 3 is niet onomstreden. Er is nog steeds kritiek op de wet, zowel vanuit de politiek als vanuit de rechtspraak.
Een belangrijk punt van kritiek is dat de wet niet ver genoeg gaat om recht te doen aan de uitspraak van de Hoge Raad. De wet biedt weliswaar compensatie voor spaarders, maar niet voor andere vermogensbezitters, zoals beleggers, ondernemers of eigenaren van vastgoed. Deze groepen worden nog steeds belast naar een forfaitair rendement dat niet aansluit bij het werkelijke rendement. Bovendien worden sommige vermogensbestanddelen nog steeds anders behandeld dan andere, waardoor er sprake is van ongelijke behandeling.
Een ander punt van kritiek is dat de wet nog steeds in strijd is met het internationale recht, met name het discriminatieverbod en het eigendomsrecht. Dit is ook het standpunt van advocaat-generaal Wattel, die op 18 september 2023 een conclusie heeft uitgebracht over de herstelwet box 3.
Conclusie advocaat-generaal Wattel
Advocaat-generaal Wattel is een onafhankelijk adviseur van de Hoge Raad. Hij heeft op verzoek van de Hoge Raad een conclusie geschreven over de herstelwet box 3. In zijn conclusie geeft hij zijn mening over de vraag of de wet in overeenstemming is met het internationale recht.
Wattel concludeert dat de herstelwet box 3 nog steeds in strijd is met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht, zoals die zijn vastgelegd in artikel 14 EVRM en artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Hij geeft daarvoor twee redenen:
- De wet discrimineert tussen verschillende soorten vermogensbestanddelen, zonder dat daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. De wet maakt namelijk onderscheid tussen spaargeld en andere bezittingen, zoals beleggingen, ondernemingsvermogen of vastgoed. Spaargeld wordt belast naar een lager forfaitair rendement dan andere bezittingen, waardoor spaarders minder belasting betalen dan andere vermogensbezitters. Dit onderscheid is volgens Wattel arbitrair en willekeurig, omdat het geen rekening houdt met het werkelijke rendement dat wordt behaald op verschillende vermogensbestanddelen.
- De wet schendt het eigendomsrecht van belastingplichtigen die een laag of negatief rendement behalen op hun vermogen, terwijl zij wel worden belast naar een forfaitair rendement dat hoger is dan hun werkelijke rendement. Dit leidt tot een onevenredige inbreuk op hun eigendomsrecht, omdat zij meer belasting betalen dan zij aan inkomen uit hun vermogen ontvangen.
Ook Philippe Albert, hoogleraar aan Nyenrode Business Universiteit, deelt de mening van Wattel en zou het terecht vinden als de Hoge Raad het standpunt zou volgen.
Het is nu wachten op de daadwerkelijke beslissing van de Hoge Raad en wat er overblijft van de vermogensbelasting over deze jaren.
Reactie van de politiek
De herstelwet box 3 is aangenomen met een ruime meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer. De regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie steunden de wet, evenals de oppositiepartijen GroenLinks, PvdA, SGP en 50Plus. Zij vonden dat de wet een noodzakelijke en redelijke oplossing was om de uitspraak van de Hoge Raad uit te voeren en de spaarders tegemoet te komen.
De andere oppositiepartijen, zoals PVV, SP, FvD, DENK en PvdD, stemden tegen de wet. Zij vonden dat de wet niet ver genoeg ging om de onrechtvaardige vermogensbelasting af te schaffen of te hervormen. Zij pleitten voor een andere aanpak, zoals een heffing op basis van het werkelijke rendement, een hogere vrijstelling of een lagere tarief.
De herstelwet box 3 is echter niet het einde van het verhaal.
De wetgever werkt namelijk aan een structurele hervorming van de box 3-heffing, die in 2027 moet ingaan. Deze hervorming moet leiden tot een eerlijker en eenvoudiger belastingstelsel voor vermogen. De contouren van deze hervorming zijn nog niet bekend, maar er wordt gedacht aan een heffing op basis van het werkelijke rendement of een vermogensaangroeiheffing.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met de herstelwet box 3?
Als u vindt dat u nog steeds te veel belasting betaalt over uw vermogen, of dat u ongelijk wordt behandeld door de herstelwet box 3, dan kunt u verschillende stappen ondernemen:
- U kunt bezwaar maken tegen uw definitieve aanslag inkomstenbelasting over de jaren 2017 tot en met 2022. U moet dit doen binnen zes weken na de datum van de aanslag. U kunt in uw bezwaar aangeven waarom u het niet eens bent met de herstelwet box 3, en verwijzen naar de uitspraak van de Hoge Raad uit 2021 en de conclusie van advocaat-generaal Wattel uit 2023. Ook wanneer u te laat zou zijn met uw bezwaar, adviseren wij u toch om bezwaar te maken en uw zaak ambtshalve te laten behandelen. Mocht u hierover meer informatie willen hebben, neem dan contact met ons op.
- U kunt beroep instellen bij de rechtbank als uw bezwaar wordt afgewezen door de Belastingdienst. U moet dit doen binnen zes weken na de datum van de uitspraak op bezwaar. U kunt in uw beroep dezelfde argumenten gebruiken als in uw bezwaar.
- U kunt hoger beroep instellen bij het gerechtshof als uw beroep wordt afgewezen door de rechtbank. U moet dit doen binnen zes weken na de datum van de uitspraak in beroep.
- U kunt cassatie instellen bij de Hoge Raad als uw hoger beroep wordt afgewezen door het gerechtshof. U moet dit doen binnen zes weken na de datum van de uitspraak in hoger beroep. U kunt in uw cassatie alleen juridische argumenten gebruiken, zoals schending of verkeerde toepassing van het recht.
Het is raadzaam om juridisch advies in te winnen voordat u bezwaar of beroep maakt tegen uw aanslag. Het kan namelijk een lang en complex proces zijn, waarbij u rekening moet houden met termijnen, bewijslast en proceskosten.
Conclusie
De herstelwet box 3 is een poging om de onrechtmatige box 3-heffing te repareren voor de jaren 2017 tot en met 2022. De wet verhoogt het heffingvrije vermogen en verlaagt het forfaitaire rendement voor spaargeld. Dit levert een belastingvoordeel op voor spaarders, maar niet voor andere vermogensbezitters. De wet is nog steeds onderwerp van kritiek en discussie, omdat hij discrimineert tussen verschillende soorten vermogensbestanddelen en het eigendomsrecht schendt. Advocaat-generaal Wattel heeft geadviseerd dat de wet in strijd is met het internationale recht. De politiek werkt aan een structurele hervorming van de box 3-heffing, die in 2027 moet ingaan.