Het klimaat verandert door de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2. Dit heeft gevolgen voor de temperatuur, de neerslag, de zeespiegel en de natuur. Sommige gevolgen zijn onomkeerbaar en leiden tot schade aan mens, dier en milieu. Dit noemen we klimaatschade. Maar wat zijn de economische gevolgen van klimaatschade? Hoeveel kost het om klimaatschade te voorkomen of te herstellen? En wie draait er op voor de rekening?
De kosten van klimaatschade
Klimaatschade heeft directe en indirecte kosten. Directe kosten zijn bijvoorbeeld de kosten om schade te repareren, om mensen te evacueren of om hulp te verlenen na een klimaatramp. Indirecte kosten zijn bijvoorbeeld de kosten door verlies van productiviteit, inkomsten, gezondheid of welzijn als gevolg van klimaatverandering.
De kosten van klimaatschade zijn moeilijk te schatten, omdat ze afhangen van veel factoren, zoals de mate van opwarming, de kwetsbaarheid van de getroffen gebieden en de beschikbaarheid van aanpassingsmaatregelen. Bovendien zijn sommige kosten niet goed in geld uit te drukken, zoals het verlies van mensenlevens, biodiversiteit of cultureel erfgoed.
Toch zijn er verschillende studies die geprobeerd hebben om een prijskaartje te hangen aan klimaatschade. Een bekende studie is die van Nicholas Stern uit 2008, die stelde dat de wereldwijde kosten van klimaatverandering in 2050 tussen de 5 en 20 procent van het wereldwijde bruto binnenlands product (bbp) zouden bedragen.
Een recentere studie van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, schatte dat de wereldwijde kosten van een opwarming van 1,5 graad Celsius in 2100 4,5% (mediaan) procent van het wereldwijde bbp zouden liggen. Dit lijkt misschien weinig, maar het gaat om biljoenen euro’s per jaar.
De kosten van klimaatschade zijn niet gelijk verdeeld over de wereld. De armste en meest kwetsbare landen en mensen zijn het hardst getroffen door klimaatschade, terwijl zij het minst hebben bijgedragen aan de oorzaak ervan. Volgens een rapport van Oxfam uit 2020 veroorzaakte een groep van ongeveer 63 miljoen mensen (de rijkste 1 procent) meer dan twee keer zoveel CO2-uitstoot als de armste helft van de wereldbevolking (ongeveer 3,1 miljard mensen) tussen 1990 en 2015.
Tegelijkertijd leden de armste landen meer dan 100 miljard dollar aan economische verliezen door extreme weersomstandigheden tussen 2014 en 2018.
Gevolgen klimaatschade
Onverzekerbare schade
Een van klimaatverandering is dat sommige zaken onverzekerbaar worden door het toenemende risico op schade door extreem weer. Dit kan grote financiële gevolgen hebben voor huiseigenaren, boeren, bedrijven en overheden. Bijvoorbeeld, in Nederland lopen ongeveer 800.000 woningen het risico op verzakking en instorting door langdurige droogte, maar geen enkele verzekeraar dekt dit risico meer.
In de Verenigde Staten hebben vijf verzekeraars zich teruggetrokken uit risicovolle markten vanwege de ernstige bosbranden. In China zijn veel ondernemers niet verzekerd tegen overstromingsschade, die steeds vaker voorkomt door de stijging van de Yangtse-rivier.
Toeleveringsketens
Klimaatverandering bedreigt ook de globale handel door het verstoren van de toeleveringsketens van verschillende producten. Door hitte, droogte, stormen of overstromingen kunnen oogsten mislukken, transportroutes worden geblokkeerd, fabrieken worden gesloten of energievoorzieningen worden onderbroken. Dit leidt tot tekorten, vertragingen, hogere prijzen en lagere kwaliteit van de goederen die over de wereld worden verhandeld.
Een voorbeeld is olijfolie, dat steeds duurder wordt omdat oogsten zijn mislukt in belangrijke producerende landen zoals Spanje, Italië en Griekenland.
Klimaatverandering is dus niet alleen een ecologisch, maar ook een economisch probleem dat iedereen raakt, ook de rijkere en westerse landen.
Het is daarom belangrijk om actie te ondernemen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en ons aan te passen aan de gevolgen die al onvermijdelijk zijn. Dit vraagt om samenwerking tussen overheden, bedrijven, consumenten en andere belanghebbenden op nationaal en internationaal niveau.
De baten van klimaatbeleid
Om klimaatschade te voorkomen of te beperken, moeten we actie ondernemen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en ons aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering die al onvermijdelijk zijn. Dit noemen we respectievelijk mitigatie en adaptatie.
Mitigatie en adaptatie hebben ook kosten, maar ook baten. De kosten zijn bijvoorbeeld de investeringen die nodig zijn om over te stappen op duurzame energiebronnen, om energie-efficiëntie te verbeteren, om infrastructuur te versterken of om waterbeheer te optimaliseren. De baten zijn bijvoorbeeld de besparingen die voortvloeien uit minder schade, minder gezondheidsproblemen, minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, meer innovatie of meer werkgelegenheid.
De baten van klimaatbeleid wegen over het algemeen op tegen de kosten, zeker op de lange termijn. Volgens een rapport van de Global Commission on the Economy and Climate uit 2018 zou een ambitieus klimaatbeleid de wereldeconomie in 2030 met 26 biljoen dollar kunnen stimuleren, 65 miljoen banen kunnen creëren en 700.000 vroegtijdige sterfgevallen door luchtvervuiling kunnen voorkomen.
De verdeling van de lasten en lusten
Om klimaatschade te voorkomen of te beperken, moeten we dus investeren in klimaatbeleid. Maar wie betaalt daarvoor? En wie profiteert daarvan? Dit zijn belangrijke vragen, want de verdeling van de lasten en lusten van klimaatbeleid heeft gevolgen voor de rechtvaardigheid, de doeltreffendheid en de haalbaarheid ervan.
Een mogelijk principe om de lasten en lusten van klimaatbeleid te verdelen is het principe van ‘de vervuiler betaalt’. Dit houdt in dat degene die verantwoordelijk is voor de uitstoot van broeikasgassen ook moet betalen voor de schade die daardoor wordt veroorzaakt. Dit kan bijvoorbeeld door het invoeren van een CO2-belasting of een emissiehandelssysteem, waardoor de prijs van fossiele brandstoffen stijgt en het gebruik ervan ontmoedigt wordt. Dit principe stimuleert ook innovatie en efficiëntie, omdat het goedkoper wordt om schone technologieën te gebruiken.
Een ander mogelijk principe om de lasten en lusten van klimaatbeleid te verdelen is het principe van ‘de begunstigde betaalt’. Dit houdt in dat degene die profiteert van de maatregelen om klimaatschade te voorkomen of te herstellen ook moet betalen voor de kosten daarvan. Dit kan bijvoorbeeld door het invoeren van een subsidie of een lening, waardoor de investeringen in duurzame energiebronnen, infrastructuur of waterbeheer makkelijker worden gemaakt. Dit principe stimuleert ook samenwerking en solidariteit, omdat het de voordelen van klimaatbeleid zichtbaarder maakt.
In de praktijk is het niet altijd eenvoudig om deze principes toe te passen, omdat er vaak sprake is van onzekerheid, ongelijkheid, tegenstrijdige belangen of politieke weerstand. Daarom is het belangrijk om een eerlijk en transparant proces te hebben om de lasten en lusten van klimaatbeleid te verdelen, waarbij alle betrokken partijen worden gehoord en gerespecteerd.
Conclusie
Klimaatschade is een ernstig probleem dat grote economische gevolgen heeft. Om klimaatschade te voorkomen of te beperken, moeten we actie ondernemen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en ons aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering die al onvermijdelijk zijn. Dit heeft ook kosten, maar ook baten. De verdeling van de lasten en lusten van klimaatbeleid is een belangrijke uitdaging, waarbij we rekening moeten houden met rechtvaardigheid, doeltreffendheid en haalbaarheid. Alleen zo kunnen we onze economie en onze samenleving beschermen tegen klimaatschade.